Een-op-een-contact
‘Ik begon ooit aan de Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding (Calo), omdat ik iets met sport wilde doen. Maar ik miste het een-op-een-contact’, vertelt Menno. ‘Daarom ben ik fysiotherapie gaan studeren. Tijdens mijn studie kwam ik al snel in contact met mensen met problemen in de hersenen. Dat raakte me. Je ziet hoeveel invloed dat heeft op iemands leven. Dan wil je graag helpen.’ Bij Vogellanden voelde hij zich meteen op z’n plek. ‘De revalidatie sprak me aan. Vooral omdat je hier echt samenwerkt. Je ziet patiënten vaak meerdere maanden. En je bent met een heel team bezig om iemand te helpen. Dat geeft energie.’
Met elkaar terugkijken
Menno werkt vooral actief met zijn patiënten. ‘Ik leg veel uit, geef oefeningen en coach mensen zodat ze ook thuis kunnen oefenen. We doen weinig passieve dingen, zoals massage. Het draait om zelf doen en vooruitkomen.’ Maar alleen oefenen is niet genoeg. ‘Soms wil iemand wel, maar durft niet. Of denkt: dit lukt me toch niet. Dan kun je van alles proberen, maar gebeurt er niks. Dan moet je eerst werken aan vertrouwen. Dat geestelijke deel is belangrijk. Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om goed te luisteren en aan te moedigen. Soms voelt het alsof iemand weinig vooruitgaat. Maar dan kijken we samen terug: hoe ging het een paar weken geleden? Dan zie je ineens hoeveel iemand al bereikt heeft. Dat zijn mooie momenten.’
Iedere dag is anders
Elke werkdag van Menno ziet er anders uit. Hij begint meestal rond half 10: ‘Ik studeer ’s ochtends nog, dus start wat later. Dan bekijk ik mijn planning en bereid ik de behandelingen voor. Ik werk graag met een plan.’ Op een dag ziet hij zo’n 10 patiënten. ‘Telkens een half uur. Tussendoor schrijf ik dingen op, werk ik behandelplannen bij of overleg ik met collega’s. Dat hoort er ook bij.’ Die samenwerking vindt hij belangrijk: ‘We zitten met verschillende behandelaren in één ruimte. Je loopt zo even bij elkaar naar binnen. Of je spreekt elkaar in de gang. Die korte lijntjes, het directe contact, zijn heel fijn.’
Totaalplaatje
Fysiotherapie is volgens Menno een belangrijk onderdeel van revalidatie, maar niet het enige. ‘Mensen zijn vaak gemotiveerd voor fysiotherapie, omdat het direct helpt bij bewegen. Maar het gaat niet alleen om lopen of kracht. Als iemand weer thuis is, komen er andere vragen. Hoe ziet je dag eruit? Wat vind je belangrijk? Dan zijn ergotherapeuten en maatschappelijk werkers net zo belangrijk. Het is een totaalplaatje.’
Menno is blij dat hij voor dit vak heeft gekozen. ‘Het mooiste vind ik het contact met mensen. En dat je samen stap voor stap werkt aan herstel. Elke behandeling is anders, dat maakt het uitdagend. En je doet het nooit alleen.'