Lynn durft weer te lachen

Verhaal
04-07-2023
Voorlezen
Lynn leunt tegen de muur van het CBT

Door bijzondere tandheelkunde laten kinderen hun tanden weer zien

Lynn (14 jaar) heeft Ectodermale Dysplasie, een erfelijke aandoening waardoor ze tanden en kiezen mist. Hiervoor wordt ze behandeld bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde (CBT). ‘Doordat ik deze aandoening heb, zien mijn tanden er anders uit. Ze zijn kleiner, witter en puntiger. En ik mis tanden. Ik kreeg er altijd opmerkingen over. Op een gegeven moment durfde ik eigenlijk niet meer te lachen op een foto. Ik schaamde me zo’, vertelt Lynn. ‘Dankzij het CBT heb ik weer zelfvertrouwen om te lachen.’

Moeder Erica en Lynn in de wachtruimte van het CBT

De tandarts ziet meer dan alleen Lynn haar gebit

De tandarts verwees haar zo’n 4 jaar geleden door naar het Centrum Bijzondere Tandheelkunde. ‘Er ontbreken zoveel tanden en kiezen bij Lynn, dat de behandeling veel te ingewikkeld is voor een gewone tandarts. Daar is echt meer vakkennis voor nodig’, vertelt moeder Erica. ‘Lynns kaak is pas uitgegroeid als ze 23 is. Daarna krijgt ze implantaten. Behandeling is eigenlijk dus nog niet nodig. Maar ze kijken hier niet alleen naar haar gebit, maar ook naar wie Lynn is. Dat ze nu geholpen wordt, heeft alles te maken met het feit dat ze zich zo onzeker voelde. Ze willen voorkomen dat Lynn zich minder waard gaat voelen dan anderen.’

Ik voel me altijd gezien en gehoord bij bijzondere tandheelkunde
Erica, moeder van Lynn

Ik durf weer te lachen

‘Ik was erg handig geworden in lachen vermijden’, vult Lynn aan. ‘Toen ik dat aan de tandarts vertelde, maakte zij direct een plan zodat mijn bovengebit er mooi uit kwam te zien. Daar ben ik heel blij mee. Maar toen ik in september op de schoolfoto moest, merkte ik dat ik nog steeds niet met open mond wilde lachen. Daarom heeft de tandarts nu ook mijn ondergebit mooier gemaakt.’ Erica: ‘Dat is hier echt prettig, hoe iedereen meedenkt. Mijn kind staat centraal: het gaat om Lynn en dus wordt er met haar gepraat. Ik ben heel tevreden. Als je foto’s ziet van hoe haar gebit eruit zag en hoe het er nu al uitziet, wát een verandering!’

Lynn doet een handstand in de gang van het CBT

Tijdens de behandelingen kijken ze verder

Erica: ‘Door alles waar Lynn last van heeft, vermoedde de tandarts dat ze een erfelijke aandoening heeft. Ze stuurde ons door naar de afdeling Klinische Genetica van het UMCG in Groningen. In dezelfde periode stelde de reumatoloog het hypermobiliteitssyndroom bij Lynn vast. Haar gewrichtsbanden en pezen zijn te soepel en beweeglijk. Ze heeft daardoor vaak pijn en is sneller vermoeid. Zowel de reumatoloog als de tandarts vroegen zich toen af of beide aandoeningen met elkaar te maken  kunnen hebben. Dat doen ze hier heel goed: verbanden leggen. Behandelaren begeleiden Lynn niet alleen, maar kijken ook verder. Echt krachtig. Toen het hypermobiliteitssyndroom net was vastgesteld, kwam er veel op Lynn's bordje. En dan is het fijn dat ze bij het CBT zeggen: “Wij kijken wat wíj kunnen doen om jullie te helpen.”.'

Er is niks om bang voor te zijn
Lynn

Ze overleggen alles en zeggen duidelijk wat ze gaan doen

Lynn: ‘Ik lig echt een paar uur in de tandartsstoel. Soms wel een hele middag. Ik mag dan zelf de muziek uitzoeken en als het mogelijk is, kletsen we. Ik weet altijd precies wie waar naartoe op vakantie gaat en hoe het met hun kinderen gaat’, lacht ze. Ze weet nog hoe ze zich voelde toen ze voor de eerste keer bij het CBT kwam. ‘Dat vond ik heel spannend. De tweede keer een klein beetje, want toen moesten er meer tanden behandeld worden. Maar daarna vond ik het niet eng meer. Ik word niet verdoofd, maar het doet geen pijn. Alleen het blauwe licht waarmee ze in mijn mond schijnen, vind ik vervelend. Maar het is heel fijn hoe het hier loopt. Ze overleggen alles en zeggen duidelijk wat ze gaan doen. Als iemand mij zou vragen of hij wel naar bijzondere tandheelkunde moet gaan, dan zeg ik: “Ja! Er is niks om bang voor te zijn”.’