Ik heb onverklaarbare pijn
‘Het begon ongeveer 3 jaar geleden. Ik kreeg steeds vaker last van mijn enkels en knieën. Ik danste regelmatig en dacht dat het daarmee te maken had. Maar de pijn werd erger. Ook als ik in de klas zat en verder niets deed, had ik last. Ik dacht: ‘het komt wel weer goed’. Na anderhalf jaar ben ik toch naar de huisarts gegaan. Die dacht aan reuma. Alles is getest maar er werd niets gevonden. Hij stuurde me door naar een fysiotherapeut. Ik kreeg oefeningen om mijn knieën sterker te maken. Ik ben goed geholpen maar het leverde weinig op. De pijn bleef.'
De invloed op mijn leven is groot
'Ik ging een aantal keer terug naar de huisarts. Hij stuurde me door naar verschillende therapeuten. Een groot deel van de week had ik echt pijn. De pijn breidde zich uit naar mijn schouderbladen, polsen en handen. Op school kon ik met sporten niet meer goed meekomen. Het beïnvloedde steeds meer mijn leven. Lichamelijk en ook geestelijk. Omdat er medisch niets werd gevonden, was er ook geen uitzicht op betere tijden. Dat frustreerde me. En de therapieën hielpen me niet verder.'
Je ziet het niet aan de buitenkant
'Het moeilijkste vond ik het onbegrip. Ik voelde heel duidelijk aan mijn lijf dat ik pijn had. Dat ik geen aansteller ben. Maar anderen keken daar soms toch anders tegenaan. Als ik tijdens de sportles aan de kant zat uit te rusten, kreeg ik weleens te horen: ‘Hé wat stel jij je aan!’ Ergens snapte ik dat ook wel. Als je je been hebt gebroken, ziet iedereen het. Wat ik heb is echt lastig uit te leggen.'
Volleyballen met de andere meiden uit de groep én therapeuten
'Ik kreeg bij Vogellanden individuele therapie en groepstherapie. De groepstherapie had ik met 3 andere meiden van mijn leeftijd. Zij hadden ook pijnklachten. Vaak spraken we eerst met elkaar de week door. We leerden elkaar tijdens die gesprekken ook complimenten te geven. Vervolgens deden we altijd iets actiefs. Een partijtje volleybal bijvoorbeeld. De therapeuten deden dan mee. Ik vond het fijn om dingen samen te doen. Het vertrouwen in mijn lijf groeide. En daarnaast was het ook gewoon heel leuk om te doen! Mijn ouders werden ook betrokken. Ze konden in gesprek met een maatschappelijk werkster. En soms gingen we samen naar de psycholoog. Zij stellen toch andere vragen dan ik. Dat hielp ons allemaal. En ik had daardoor nog meer het gevoel dat we het samen deden. Dat miste ik bij andere centra.'
Ik doe nu soms bewust een stapje terug
'Ik kreeg tijdens de therapie een keer een oefening om mijn agenda per uur in te vullen. Dat gaf inzicht. Met vragen als ‘Wat heb ik gedaan? Hoeveel last heb ik ervan? Wat zou ik kunnen veranderen?’ Ik kan mijn grenzen nu beter aangeven. Soms doe ik bewust een stapje terug of schrap een activiteit. Tijdens de stage voor mijn opleiding bijvoorbeeld. Ik werk met verstandelijk beperkte mensen. Dat is lichamelijk best zwaar. Nu ga ik vaker even zitten. Dat weten de mensen daar ook. Dan doe ik een korte ademhalingsoefening, dat helpt. Waarschijnlijk worden mijn pijnklachten veroorzaakt door stress of prikkels. Ontspanning helpt me. Mediteren, letten op mijn adem. En soms even met mijn moeder praten om de dag van me af te praten.'
Anderen adviseer ik om te luisteren naar je lichaam
'Mijn behandeling is nu gestopt. Ik heb voldoende tools om het zelf te kunnen. Gelukkig komen er geen nieuwe pijnklachten bij. In mijn hoofd is het rustiger en dan lijkt de pijn automatisch ook dragelijker. Dat heeft dit traject mij gebracht. En daar ben ik heel blij mee! Andere jongeren met pijnklachten zou ik willen adviseren: neem het serieus en zoek hulp. Je hoeft het niet alleen te doen. Het is belangrijk om naar je lichaam te luisteren. Schreeuwt die om een stop? Luister daar dan naar. En bouw daarna nieuwe activiteiten rustig op.'
Misschien wil ik straks doorstuderen. Of in een gevangenis werken
'Straks wil ik het sporten in de sportschool weer oppakken. Sporten en bewegen is een uitlaatklep voor me. Ook al heb ik soms geen zin, naderhand voel ik me goed en soms is de pijn zelfs minder. En ik wil mijn opleiding met goed resultaat afsluiten. Ik studeer maatschappelijke zorg, dat vind ik leuk. Misschien wil ik later wel iets gaan doen als ervaringsdeskundige. Ik vond het 3 jaar geleden lastig dat ik niemand kende die deze klachten ook heeft. Een ervaringsdeskundige is volgens mij voor heel veel mensen belangrijk. Het lijkt me ook mooi om in een gevangenis geestelijke zorg te verlenen. Maar misschien ga ik eerst wel verder studeren: psychologie. Het kan nog alle kanten op!‘