Emil kreeg een hersenbloeding (beroerte)

Verhaal
27-10-2021
Voorlezen
Emil in de tuin van Vogellanden

Vrijwilliger bij Vogellanden

Emil kreeg 12 jaar geleden een hersenbloeding (beroerte). Hij revalideerde lange tijd bij Vogellanden in Zwolle. Sinds een aantal jaar werkt hij hier als vrijwilliger.

Ik kreeg opeens zulke erge hoofdpijn dat ik niet meer kon lopen

‘Ik stond onder de douche, klaar voor een nieuwe werkdag. Mijn zoontje Thomas van een jaar was al wakker en scharrelde enthousiast rond. Mijn vriendin was bezig met het ontbijt. Ineens kreeg ik hoofdpijn. Dat werd zo heftig dat ik niet meer kon lopen. Mijn vriendin belde de huisarts en toen hij kwam lag ik met stuiptrekkingen op de vloer van de douche. De ambulance bracht me naar het ziekenhuis. Daar zagen ze verdikkingen rondom een ader in mijn hoofd. Ze zijn me, na overleg met mijn vriendin, gaan opereren. Ik kon toen al niet meer praten. De operatie lukte. Alleen met de drain is wat fout gegaan. Ik ben 5 keer geopereerd en heb er blijvend hersenletsel aan overgehouden.' 

Een deel van mijn hersenen is stuk, dat herstelt niet meer

'Na 17 weken ziekenhuis, kwam ik bij Vogellanden terecht. Daar heb ik 9 maanden op de kliniek gelegen. Ik kon niets, ook niet praten. Het was een zwaar revalidatieproces, zowel fysiek als mentaal. Maar dat vind ik ook mooi hier. Je wordt echt gemotiveerd om steeds beter te worden. En daarin krijg je alle dingen aangereikt. Mijn doel was om Vogellanden lopend te verlaten. Helaas is dat niet gelukt. Het deel in mijn hersenen dat het lopen aanstuurt, is kapot. Dat herstelt ook niet meer waardoor lopen onmogelijk is. Uiteraard was dat een flinke tegenslag. Ik heb tijdens mijn revalidatie op de kliniek veel gehad aan de gesprekken met mede-revalidanten hierover. Het samen ervaringen delen in alle openheid vond ik heel waardevol. Met ook regelmatig ruimte voor een geintje. Humor is voor mij heel belangrijk, dat relativeert.'

Ik wilde van alles vertellen maar kon me niet uiten

'Ik heb hier wel weer leren praten, gelukkig! Dat was een lang traject. In het begin communiceerde ik met mijn vriendin via rode en groene blaadjes. Mensen moesten gesloten vragen stellen. Ze noemen dat het ‘locked-in syndroom’. Dat is echt vreselijk. Ik hoorde alles en wilde vertellen maar kon me niet uiten. Ik voelde veel frustratie en onmacht. Het duurde even voordat ik dat kon aanvaarden. Gelukkig was mijn zoontje in die periode nog erg klein dus communiceerden we via mimiek. Daar heb ik goede herinneringen aan.'

Vrijwilliger Emil met vrijwilligerscoördinator in de kas van de tuin van Vogellanden

Opnieuw leren praten begon bij de ademhaling

'Tijdens mijn logopediesessies bij Vogellanden hebben we hard gewerkt. Niets in mijn spraak ging automatisch. Ik moest erbij nadenken. Het startte bij de ademhaling, ik heb opnieuw moeten leren ademen. Daarna kwamen woordjes. Ik heb lang geoefend op de naam van mijn zoontje. Daarna leerde ik kleine zinnen. Mijn eerste zin? Dat was toen mijn vader samen met mijn nichtje op bezoek was. Zij begon te huilen en ineens zei ik: ‘Je moet niet huilen.’ Mijn vader schrok zich een hoedje omdat ik maanden niet had gesproken. Nog steeds moet ik vaak naar lucht happen als ik praat. Het gaat nog steeds niet zonder moeite en kost energie. Maar ik ben vreselijk blij dat ik niet meer opgesloten zit in mijn hoofd. Ik heb Vogellanden dan niet lopend verlaten, wel pratend.'

We besloten om onze relatie te beëindigen

'Wat ik erg lastig vond was de periode na de klinische revalidatie. Ik heb 2 maanden thuis gewoond maar kon nog steeds niet veel. Mijn vriendin was meer mijn verpleegster dan mijn partner. Dat ging niet langer. Toen ben ik in begeleid wonen terechtgekomen. Ook de relatie met mijn inmiddels ex-vriendin is veranderd. Ik kon niet voor Thomas zorgen, geen verantwoordelijkheid dragen, ook al wilde ik dat heel graag. Een leven samen zat er gewoon niet in. Toen besloten we om apart van elkaar verder te gaan. Het gesprek hierover vergeet ik nooit meer. Ik hoopte dat mijn vriendin iemand tegen zou komen die de rol van vader op zich kon nemen. Dat is gebeurd. Ik zie Thomas gelukkig nog elke week. Dan kom ik in hun huis en daar ben ik onderdeel van het gezin. Dat is erg mooi. Thomas kent me alleen in een rolstoel. Hij zegt altijd: ‘Ik heb een papa in een rolstoel en een papa die kan lopen.’

Ik ben niet meer alleen iemand met een beperking

'De vervreemding van de maatschappij vond ik één van de ergste dingen. Je voelt je zo nutteloos, je doet er niet toe. Ik heb toen een brief naar Vogellanden gestuurd. Na 2 weken mocht ik al op gesprek komen en ben ik aangenomen als vrijwilliger. Het bevalt me nog steeds heel goed. En brengt me veel. Ik heb ritme, kijk ernaar uit om hier naartoe te gaan. Het geeft betekenis aan mijn leven en ik heb weer verantwoordelijkheden. Maar het belangrijkste: ik heb collega’s, leer nieuwe mensen kennen, eet in het restaurant. Het geeft me het gevoel dat ik weer onderdeel ben van de maatschappij. Ik ben niet meer alleen iemand met een beperking.'

Grenzen verleggen en mezelf doelen stellen

'Lang was ik boos en verdrietig en soms nog wel. Maar het is ook zoals het is. Ik kan weer veel wel. Ik kijk soms voetbal met mijn zoon, ik werk weer, ik heb een sociaal leven en heb een boek geschreven voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. En weet je wat leuk is? Ik heb mezelf het doel gesteld dat ik mee ga doen aan de handbikebattle in Oostenrijk. Het is zwaar, heel zwaar, vooral doordat ik mijn rechterarm niet helemaal kan strekken. Maar ik wil het proberen. Grenzen verleggen en mezelf doelen stellen.’

Ik heb Vogellanden niet lopend verlaten, wel pratend
Emil