Mijn lijf had me in de steek gelaten
‘Toen ik mijn ogen opende kon ik tot mijn schrik niets meer. Alleen knipperen met mijn ogen. Ik lag aan de beademing, kreeg sondevoeding en werd door monitoren in de gaten gehouden. Totaal afhankelijk van anderen. Dat moment kan ik mij nog goed herinneren. Ik was bang, verdrietig en voelde mij machteloos. En ik was boos. Boos dat mijn lichaam me zo in de steek had gelaten. Waaraan had ik dit verdiend? Toch was er toen ook al een stemmetje wat zei dat ik me mijn toekomst niet af zou laten nemen. Ik ging vechten.’
Doelen maken en halen
‘Samen met de revalidatiearts maakte ik kleine doelen. Die gaven mij houvast. Zo kan ik mij het moment van mijn eerste keer staan nog goed herinneren. Met de fysiotherapeut stond ik heel kort in de loopbrug. Ik wilde zo graag heen en weer lopen, maar dit lukte helaas nog niet. Dat was een mooi doel om naartoe te werken. Ondertussen kreeg ik spalken om mijn spieren op te rekken. Die waren verkort door het lange stilliggen. Door bot aangroei buiten mijn heupen, had ik moeite om rechtop te staan. Dat moest later geopereerd worden maar zou de kracht in mijn linkerbeen versterken.’
Revalideren is topsport
‘Het therapieschema was pittig: 5 keer in de week zwemmen, 2 keer per dag fysiotherapie, ergotherapie en logopedie. Het was zeker niet altijd makkelijk. Wat dat betreft is revalideren topsport. Ook praten moest ik opnieuw leren. Na 8 weken begon ik dat langzaam weer een beetje te kunnen. ‘s Nachts sliep ik slecht door angst, daardoor was ik overdag moe. Iedere avond kreeg ik gelukkig bezoek van mijn lieve vriend en familie. Ook in die uren gingen de oefeningen gewoon door. Alles is immers oefening als je niets kunt. Stap voor stap kon ik, mede dankzij de therapeuten van Vogellanden, steeds iets meer. Na ruim 11 weken mocht ik voor het eerst een dagje naar huis.’
Verwerking
‘Ik was vorige maand op bezoek bij Vogellanden. Wilde zo graag de mensen die mij dag in dag uit geholpen en gestimuleerd hadden, bedanken. Dat was heel erg fijn. De behandelaren waren enorm trots op mij. Dit vond ik natuurlijk erg leuk om te horen. Ook ben ik nog even op de afdeling Wielewaal geweest om mijn ‘oude kamer’ te zien. De herinneringen zijn pijnlijk maar ik ben blij hoe ik eruit gekomen ben. En ik kijk positief naar de toekomst!’