Revalideren doe je samen
‘Ik vind het erg fijn dat ik hier nooit het gevoel heb dat ik teveel ben. De behandelaars nemen de tijd voor me om dingen uit te leggen. Zoals bijvoorbeeld een transfer maken van het bed naar de rolstoel. Toen Anja voor de eerste keer naar huis ging, is alles heel precies met ons doorgesproken door de verpleging. En kwam er een ergotherapeut bij ons thuis.’
Voor mij is er veel veranderd
‘Ik ben blij dat Anja cognitief vooruit is gegaan. Ze snapt nu meer dingen. In het begin was dat niet zo. Ze had geen ziektebesef, zoals jullie dat noemen. Ze wist niet goed wat haar was overkomen. Ze wist ook niet goed wat ze wel en niet kon. Dat vond ik lastig, voor mij is er zoveel veranderd. Dat kun je dan niet met elkaar delen. Het koffiedrinken met andere partners hier, helpt mij. Zij ervaren ongeveer hetzelfde. En er is ook tijd en ruimte om te praten met een maatschappelijk werkster. De therapeuten geven trouwens ook goede praktische tips waar je zelf niet altijd aan denkt. Ik vertelde bijvoorbeeld dat ik nieuwe fietsen wil kopen. De ergotherapeut gaf aan dat Anja straks zelfstandig kan fietsen, maar niet zonder begeleiding het verkeer in moet gaan. Ze kan dingen niet goed inschatten of juist situaties overschatten.’
Haar karakter is nu anders
‘Anja reageert primair op dingen, ze denkt niet eerst na. Als ze bijvoorbeeld geen zin heeft om de handoefeningen te doen, dan doet ze die niet. Ze kan dan tegendraads zijn of ineens boos worden. Dat is veranderd sinds het herseninfarct. Ik kan er gelukkig wel goed mee omgaan. Soms met een beetje geduld en soms met wat overtuigingskracht. Op haar afdeling hier merk ik het ook. Wat ik verder merk is dat het voor Anja lastig is om dingen te plannen. Dan heeft ze hulp bij nodig. Ook logisch nadenken is niet meer vanzelfsprekend. En ik merk dat ze bij teveel prikkels afhaakt. Dan hoort ze alles nog wel maar doet niet meer mee met het gesprek.’