Ik ben gevoelig voor prikkels en kan me lastig concentreren
'Mijn Cerebrale Parese (CP) is gekomen door zuurstofgebrek bij de geboorte. Er is toen een deel van mijn hersenen beschadigd. Daardoor gaan de signalen van mijn hersenen naar mijn lichaam niet altijd goed. Ik heb bijvoorbeeld last van mijn concentratie en ik ben gevoelig voor prikkels.’ Mirthe vult aan: “CP heb je in verschillende niveaus. Tamar heeft een lichte variant. Ze noemen dat CP Light. Dat betekent dat ze veel dingen kan die kinderen zonder CP ook kunnen. Sommige dingen gaan in een wat lager tempo, vooral de taken met de fijne motoriek.” Tamar: ‘Ja, ik kan gelukkig best veel, er zijn ook kinderen die in een rolstoel zitten. Ik kan dansen, trampolinespringen en ik ga zelf met de bus naar school.’
Van veel online les raak ik snel overprikkelt
‘Toen ik klein was ben ik al bij Vogellanden terechtgekomen. Dat was eerst in de peutergroep Dribbel maar daar weet ik niet zoveel meer van. Daarna kreeg ik therapie op de polikliniek. Ik ging ondertussen naar een gewone basisschool in IJsselmuiden. Toen ik naar het voortgezet onderwijs mocht, ben ik overgestapt naar Hengeveldcollege. Ik wilde eigenlijk naar een gewone middelbare school, net als mijn vriendinnen. Maar toen ging ik nadenken. Ik vond het toch wel erg spannend om naar een gewone school te gaan. Samen met mijn ouders heb ik besloten om voor speciaal onderwijs te kiezen. Dit geeft mijn lichaam meer rust. We hebben hier kleine klassen, dat helpt in mijn concentratie. En het tempo is voor mij goed. Online les in coronatijd vond ik trouwens wel honderd keer lastiger dan gewoon les in de klas. Een laptop filtert geluiden niet. Als er iemand in mijn groep heel druk is, kan ik me niet concentreren. Ik raak dan overprikkeld en dan lukt het niet meer. Ik denk dat dit wel komt door mijn CP. Gelukkig kunnen we nu weer naar school. Muziek en zorg en welzijn vind ik de leukste vakken. En ik ben heel blij met mijn therapeuten.’
Mijn gevoelens komen in golven, maar het vlakt altijd weer af
‘Therapie gaat tussen de lessen door. Samen met de revalidatiearts maak ik eerst doelen. Daarmee ga ik aan de slag in de therapie. Een doel is bijvoorbeeld ‘omgaan met mijn adrenalinekicks’. Die kreeg ik vaak in de bus en dan raakte ik in paniek.’ Mirthe: “In de therapie zijn we aan de slag gegaan om jouw paniekgevoelens onder controle te krijgen. Door de lichaamssignalen die hierbij horen te ervaren.” Tamar: ‘Ja. Ik heb tijdens zo’n adrenalinekick het gevoel dat er ineens een beer achter me staat. En dat ik heel hard wil wegrennen. Maar ik zit in de bus en er is geen beer. Het is een heel irritant gevoel, ik kan het niet wegdenken. Ik maak mezelf dan helemaal gek met die gedachtes. Tijdens therapie met Mirthe moest ik een keertje 1 minuut rennen en dan stilstaan. Mirthe vroeg toen wat ik voelde. Ik was aan het zweten, had een hoge ademhaling en kreeg het warm. Lichaamssignalen dus. Dat zijn eigenlijk dezelfde dingen die ik voel bij een adrenalinekick. Het helpt mij te weten dat het eigenlijk normale lichaamssignalen zijn. En dat dit oké is. Mirthe zegt altijd: ‘het komt goed’. En dat is zo. Ik heb de paniek in de bus na die tijd niet meer gehad.’ Mirthe: “De gevoelens komen in grote golven, maar het vlakt altijd weer af. Net als de zee.'
Muziek maakt me rustig
‘We werken nu tijdens de therapie met een thermometer. We koppelen dan iets wat ik zeg of iets wat ik heb gevoeld die dag aan een kleur. Groen is als ik me blij voel. Dan heb ik bijvoorbeeld fijne energie, zin in dingen, lach ik veel, kan ik wat meer hebben. Dat schrijf ik bij groen in de thermometer. En rood is bijvoorbeeld tijdens zo’n adrenalinekick. Dan voel ik spanning in mijn hoofd en lichaam, wil ik verdwijnen, denk ik veel na en soms voel ik helemaal niets. Een naar gevoel. We praten er daarna over hoe ik van rood naar groen kom. Dat kan zijn door afleiding te zoeken met of zonder iemand. Of muziek luisteren, muziek maakt me rustig. Ik heb een ‘chill playlist’ op mijn mobiel. Die zet ik dan aan en dat helpt. En ik ga ook wel wandelen. Dat kon ik vroeger nooit. Als ik lang ging lopen deden mijn benen zeer. Maar door onze hond ben ik nu goed in wandelen.’
Als je iets wilt, moet je er gewoon voor gaan
‘Vroeger wilde ik danseres worden. Maar dat kan niet. Ik wist heel lang niet wat ik wilde worden. Ik moet nu op school mijn profiel kiezen en ging weer nadenken. Toen keek ik een keer naar Mirthe en dacht: ‘Ik wil dat ook!’ Het lijkt me echt leuk om later therapeut te worden. Ik wil graag kinderen kunnen helpen met problemen. Ik ben sociaal wel goed en houd van mensen dus ik denk dat ik het wel kan. Maar dan moet ik nog wel een tijdje doorstuderen. Ik heb altijd 2 doelen in mijn leven. Als je iets denkt niet te kunnen, moet je het gewoon proberen. Je weet niet of je het niet kan. En het tweede doel is dat als je iets wilt, moet je ervoor gaan. Dat houd ik voor ogen.’